Verwerkingsopdrachten bij jeugdboeken
Een weeffout in onze sterren, John Green

Korte samenvatting
Het verhaal beschrijft de 17-jarige Hazel Grace Lancaster. Toen ze klein was, hebben de dokters vastgesteld dat ze longkanker heeft. Wanneer ze, als tiener, gedwongen wordt door haar ouders om naar de Praatgroep te gaan, leert ze de optimistische jongen Augustus kennen. Hij heeft door kanker zijn onderbeen verloren. Toch voelt hij zich nu sterker dan ooit, omdat hij verlost is van zijn ziekte.
Op een dag leert Augustus Hazels favoriete boek kennen, Een Vorstelijke Beproeving. Ze wilt de schrijver van het boek dolgraag ontmoeten, maar dat lijkt haar onmogelijk. Dankzij Augustus wordt haar droom werkelijkheid. Helaas hadden ze nooit gedacht dat de schrijven van het boek, Peter Van Houten, iemand anders zou zijn.
A.Titel
Bedenk vier alternatieve titels voor het boek.
1.Oké
Augustus’ beste vriend heeft een tumor achter zijn oog waardoor hij zijn zicht binnenkort zal verliezen. Het enige wat hem op de been houdt, is zijn bloedmooie en populaire vriendin, Monica. Om hun liefde te tonen, gebruiken ze het woord altijd als ze bij elkaar zijn. Ze spreken het woord om beurten uit, net twee kinderen die voor de eerste keer verliefd zijn.
Hazel en Augustus lijken het erg goed met elkaar te vinden, en besluiten om van oké hun gemeenschappelijk woord te maken. Dat moment gebeurde tijdens een van hun vele telefoongesprekken, toen ze niet meer wisten wat te zeggen.
Het boek gaat duidelijk over hun liefde voor elkaar en hoe ze omgaan met hun gemeenschappelijke ziekte. Oké komt bovendien ook aan het einde van het boek voor, wanneer Hazel de grafrede voorleest die Augustus voor haar geschreven heeft. Ze leest de grafrede voor en zegt oké, wat volgens mij verduidelijkt dat alles goed komt en dat hij voor eeuwig in haar hart zal blijven. Ik vind oké een zeer gepaste titel: een kort woord zonder een bijzondere betekenis voor een buitenstaander, maar met een speciale en bovendien persoonlijke betekenis voor Hazel en Augustus.
2. Een bijwerking van doodgaan
Aan het begin van het boek vertelt Hazel dat haar moeder voor haar beslist heeft, dat ze depressief was. Ze vult aan dat depressiviteit geen bijwerking is van kanker, maar dat het een bijwerking is van doodgaan. Ook kanker is een bijwerking van doodgaan (volgens haar is alles zo’n beetje een bijwerking van doodgaan). Ze maakt haar statement doorheen het verhaal nog duidelijker. Ze zegt het niet steeds letterlijk, maar toch merk je dat ze haar statement heeft door koppig te doen tegen haar ouders, bijvoorbeeld. Haar kanker doet haar niet veel, hoewel alles daarmee begon. Dat Hazel zal sterven, ligt haar wat zwaarder op de maag. Ze denkt aan al die dingen die ze nooit zal kunnen doen, nooit zal kunnen bereiken. Haar zwaarste gedachte is dat haar mama zich nooit meer ‘mama’ zal kunnen noemen. Daarom is depressiviteit een bijwerking van doodgaan, en niet van kanker.
3. Ik ben Hazel Grace Lancaster
Deze titel is simpel en niet ongelooflijk origineel, in tegendeel. Je zegt het als je iemand leert kennen, een gebruikelijke openingszin. Dat vind ik juist zo goed aan de titel. Het wekt vraagtekens op bij het verhaal en bovendien is de titel begrijpelijk en voor iedereen toegankelijk.
Hazel is absoluut geen gewone meid, en daarom lijkt me de tegenstrijdigheid die voorkomt tussen de titel en het verhaal, een goed uitgangspunt voor het boek. Als je het hebt uitgelezen, merk je dat je eigen, onbezonnen leven niets voorstelt in vergelijking met dat van haar (in de negatieve zin dan). Het is niet alleen de kanker die het verschil maakt, het is wat kanker en de gevolgen daarvan met je kunnen doen als persoon. Hazels leven heeft een buitengewone, bijzondere wending genomen. Om dan de titel aan te passen naar iets alledaags en normaal, lijkt me zeer sterk. Een mooie tegenstrijdigheid met wie Hazel is en welke buitengewone momenten haar te wachten staan.
4. (niet) bang om vergeten te worden
Hazel gaat regelmatig naar een praatgroep in Het Hart Van Jezus, een bijeenkomst van ongeveer tien jongeren die kanker hebben of hebben gehad. Ze zijn er om elkaar te helpen in de moeilijk periode die ze allemaal meemaken. Op een dag neemt Augustus Waters deel aan een bijeenkomst, en hij vertelt dat het zijn grootste angst is om vergeten te worden. Hazel daarentegen, vindt het een absurd idee. Zij gelooft niet dat wij als mensen voor eeuwig herinnerd zullen worden. Als supersterren, presidenten, koningen amper zullen voortleven in onze harten, gaan wij dat als nietszeggend persoon al helemaal niet doen. Die uitspraak brengt hen op een of andere manier dichter bij elkaar. Later in het boek wilt Hazel tot Augustus doordringen dat hij niet zo over het leven mag denken. Zij zal hem namelijk wel voor altijd blijven herinneren, en dat moet voor hem volstaan. Hun tegenstrijdigheid schetst ook hun liefde voor elkaar. Daarom dat ik niet tussen haakjes vooraan de titel heb geplaatst. Het is maar één woord verschillend, maar daardoor krijgt de titel een volledig andere betekenis.
5. Mijn laatste wens van jou
Hazel en Augustus zijn aangesloten bij een fonds dat er voor zorgt dat zij één wens kunnen waarmaken. De meeste kinderen wensen dat ze naar Disneyland Parijs kunnen gaan. Ook Hazel heeft in haar kinderjaren deze wens uitgesproken. Augustus daarentegen, heeft zijn wens nog niet gebruikt en wilt die enkel besteden aan iets waardevol.
Hazel wilt doodgraag haar favoriete schrijver Peter Van Houten ontmoeten. Omdat Augustus enorm veel voor haar over heeft, besluit hij zijn eigen wens te gebruiken: hij maakt een afspraak met Peter Van Houten in Amsterdam om Hazel te verrassen.
Het is Hazels laatste wens die ze gekregen heeft van Augustus, en daarom vind ik het gepast om dat in de titel te verwerken. Die wens verandert namelijk haar kijk op haar lievelingsschrijver en maakt eveneens veel gevoelens los over de dood, maar ook over Augustus.
Evaluatie
De opdracht om nieuwe titels te bedenken bij een boek, was voor mij de interessantste. Ik vind het een eer als mij gevraagd wordt een nieuwe titel te bedenken voor een boek dat ook nog eens goed verkoopt en verfilmd is. De titel is namelijk het eerste wat je ziet, samen met de cover. De opdracht is nuttig voor secundaireschoolkinderen, omdat ze ten eerste al het boek volledig moeten gelezen hebben om er een nieuwe titel voor te verzinnen. Je kan niet zomaar het boek openslaan en kiezen waarop jij je gaat baseren in het boek. Ten tweede moet je de essentie van het boek kennen om een nieuwe titel te kiezen. Misschien gaan anderen daar niet mee akkoord, ik althans wel. Mijn titels zijn woorden, zinstukken die een belangrijk moment uit het leven van de personages schetst. Leerlingen zullen tenslotte diepzinniger moeten nadenken dan bij een andere opdracht, volgens mij.
Als leerkracht zou ik de opdracht zeker opgeven, om dezelfde redenen dan ik hierboven heb gegeven. Leerlingen van een eerste graad zouden dat het beste in kleine groepjes verwerken, omdat een nieuwe titel niet zo gemakkelijk is. Op die manier communiceren ze met elkaar en discussiëren ze over achterliggende betekenissen van boeken. Ik denk dat je de opdracht ten vroegste kan geven in het tweede middelbaar. Leerlingen uit een eerste jaar kunnen namelijk nog niet zo abstract brainstormen over romans.
Je moet dansen op mijn graf, Aidan Chambers
Korte samenvatting
Je moet dansen op mijn graf is een roman van Aidan Chambers dat een intense vriendschap beschrijft tussen twee jongens. Henry Robinson, Hal voor zijn vrienden, ontmoet tijdens een zeiltocht Barry Gorman, een leuke jongen waarin Hal meteen interesse krijgt. Hal is niet meteen sociaal in de omgang, maar met Barry klikt het echt. Hij kan geheimen met hem delen en hij kan zijn hart bij hem luchten. Het lijkt wel alsof ze elkaar volledig begrijpen.
Hals klik met Barry draait uit tot een liefdesrelatie, maar met valkuilen en problemen die hen niet uit de weg gaan. Wanneer je denkt dat het verhaal al gecompliceerd genoeg is, dwingt Barry Hal hem te beloven om op elkaars graf te dansen als één van hen sterft.
D. Personages
5. Schrijf een stukje dagboek van een van de personages
Vandaag ben ik weer gaan werken in de winkel. Daar doe ik mama een groot plezier mee. Sinds papa er niet meer is, is de platenwinkel mama’s uitlaatklep: het geluid van krakende klassieke platen die haar doen denken aan haar jeugd, aan de hemelse momenten in haar leven. Het maakt me blij als ik haar zie werken in de winkel, hoewel ik niet altijd volledig overtuigd ben van mijn eigen leven als winkelbediende. Als ik nadenk over wie ik ben en wat ik met mijn leven doe, ben ik benieuwd naar meer. Misschien maak ik mezelf onnodig nieuwsgierig, maar ik krijg die gedachte maar niet uit mijn hoofd. Je zal me nooit horen klagen, daar ben ik te realistisch voor, maar het werd tijd om even stoom af te blazen met de zeilboot. Het doet me steeds deugd om in het water te dobberen waar niemand om me heen me bekritiseert of me verplicht om een praatje met iemand te maken. Op dat moment laat ik mijn gedachten de vrije loop en dan hoef ik niet Barry de winkelbediende te zijn. Het is namelijk zo dat mama me soms te veel in die ene richting blijft duwen. Ik weet dat ze graag wilt dat ik in de winkel kom werken, maar het is fijn om even te dromen over al die andere paden en kleine wegen die de mijne nog kunnen kruisen.
Vandaag dobberde mijn zeilboot rustig op en neer. Ik hoorde het water zachtjes tegen de boot slaan, tot het leek alsof ik een sprong hoorde in het water. Wetend dat het gevaarlijk is om zo ver van de baai te zwemmen, keek ik op. Links van mijn boot, dreef er een die beweeglijk, maar sierlijk lag te dobberen op het water. Niemand aan boord. Dat klopte niet. Ik voer naar het bootje en zag een jongen in het water plonzen, als een kind dat net leert zwemmen. Toen ik hem de hand wilde geven om hem uit het water te halen, zag ik een bijzondere blik in zijn ogen. Zijn naam is Hal. Hij heeft bruin golvend, halflang haar en prachtige ogen. Ik kan me niet herinneren of ze nu bruin zijn met een groene schijn, of groen met een bruine schijn. In ieder geval wist ik dat ik hem niet zomaar in het water kon laten drijven, dus ik trok hem aan boord met een stevige ruk. We stelden ons voor en praatten urenlang over mijn leven en het zijne.
Toen kwam het in me op dat ik interesse had voor een jongen, voor Hal. Voor mij is dat niet onbekend, maar misschien wel voor hem. Hij is zo leuk, maar ik weet niet of hij daadwerkelijk en oprecht interesse heeft in mij. Misschien vindt hij me gewoon een toffe kerel en niets meer. Met dat gevoel zit ik wel vaker. Ik weet dat ik op jongens val en dat weten mijn vrienden en familie ook. Maar het is moeilijk om steeds weer uit de kast te komen. De eerste keer was ik zo trots op mezelf en zo blij dat ik het eindelijk deed! Toen besefte ik dat ik steeds opnieuw moet uitleggen dat ik op jongens val. Steeds die zelfde verbaasde blik in hun ogen.
Ik heb besloten om het niet te zeggen tegen Hal. Ik ga hem niet vertellen dat ik op jongens val. Ik lijk wel enorm hard van stapel te lopen voor iemand die ik amper ken, maar ik voel me zo mezelf bij hem. Dat gevoel heb ik al een tijdje niet meer gehad. Hopelijk ondervindt hij het zelf en moet ik niet weer uit de kast komen. Misschien voelt hij wel hetzelfde voor mij.
Evaluatie
Als lezer vond ik deze opdracht niet gemakkelijk. Een A4-blad lang schrijven over een terugblik met gevoelens van een personage vergt inlevingsvermogen en veel denkwerk. Toch heb ik plezier beleefd aan deze opdracht, omdat ik de volledige controle had over het moment, en de gevoelens kreeg die mijn personage ook had. Uiteraard moet je als schrijver realistisch blijven.
Een volledige pagina is lang, en daarom zou ik in kleine stappen tot deze opdracht willen komen met mijn leerlingen en niet zo plots. Ze moeten eerst en vooral de opbouw van een tekst kennen en de situatie kunnen schetsen waarin het personage zich bevindt. Ten tweede moet de leerling zich er bewust van worden dat hij of zij iemand anders is. Daarop kan geoefend worden met rollenspellen. Bovendien hoort de leerling zich met woordenschat op niveau weten uit te drukken. Literatuur- of taalbeschouwingslessen zouden mooie uitgangspunten kunnen vormen voor deze opdracht.